Minister Fleur Agema (Zorg) heeft een oplossing gevonden voor de plotse bezuiniging van 165 miljoen euro op de scholing van onder anderen verpleegkundigen. Het potje wordt aangevuld met geld uit de pot voor wijkverpleging. Al merkt de wijkverpleging zelf daar waarschijnlijk weinig van.
De wijkverpleging kampt namelijk al lange tijd met onderuitputting: er is meer geld beschikbaar gesteld dan kan worden uitgegeven. Die onderuitputting is onder meer het gevolg van een tekort aan personeel. Ook speelt mee dat er kritischer gekeken wordt naar welke zorg geleverd móét worden.
In de voorjaarsnota kan het geldpotje voor de wijkverpleging daarom naar beneden worden bijgesteld, maakt Agema dinsdag bekend in een brief aan de Tweede Kamer. Maar dat heeft geen effect op de wijkverpleging zelf, verzekert de minister. “Mensen die recht hebben op wijkverpleging zullen deze ook blijven ontvangen.”
De plotse bezuiniging op het departement van Agema was een van de uitkomsten van de onderhandelingen rond de onderwijsbegroting eind vorig jaar. Van de onderwijsbezuinigingen kon 315 miljoen euro worden geschrapt door te bezuinigen op de zorg.
Maar van die bezuiniging bleek 165 miljoen euro betaald te moeten worden uit het beschikbare geld voor het opleiden van onder anderen verpleegkundigen. Dat was niet de bedoeling, gaf een geschrokken Kamer achteraf aan. Agema ging daarom op zoek naar een alternatief.
Agema gaf eind januari nog aan een tijdelijke oplossing te hebben gevonden door de bezuiniging even bij een andere kostenpost te zetten, namelijk het geld voor loonstijgingen voor onder anderen ambtenaren van haar ministerie. Maar het was niet de bedoeling dat daar écht 165 miljoen euro van afgehaald zou worden. De minister liet toen weten dat de echte oplossing in de voorjaarsbegroting gevonden moest worden. Dat is nu gebeurd.
